Het syndroom van Sjögren is een auto-immuunziekte, wat wil zeggen dat het lichaamseigen afweersysteem het eigen lichaam aanvalt. In het geval van het syndroom van Sjögren worden met name de traan- en speekselklieren aangevallen, evenals enkele vergelijkbare weefsels. Waarom het eigen immuunsysteem het lichaam aanvalt, is nog altijd niet duidelijk. Het syndroom van Sjögren is een reumatische aandoening en in sommige opzichten zeer vergelijkbaar met bijvoorbeeld reumatische arthritis, waar gewrichtsontstekingen ontstaan als gevolg van het afweersysteem.
Immuunsysteem en oorzaak syndroom van Sjögren
Bij het syndroom van Sjögren reageert het immuunsysteem tegen lichaamseigen cellen. Normaal gesproken herkent en doodt het immuunsysteem alleen cellen, bacteriën, virussen en parasieten die niet thuishoren in het lichaam. Het is niet duidelijk waarom het lichaam de speeksel- en traanklieren aanziet voor vijandige cellen. Wel zijn er verschillende vermoedens rond de precieze oorzaak. Naar alle waarschijnlijkheid valt het immuunsysteem de klieren aan onder invloed van meerdere factoren. Omdat waarschijnlijk meerdere factoren een rol spelen bij het ontstaan van het syndroom van Sjögren, is identificatie van de oorzaak ook lastiger. Mogelijk is er niet één factor die eigenhandig het syndroom kan laten optreden, wat herkenning erg lastig maakt voor wetenschappers.
Risicofactoren syndroom van Sjögren
Het syndroom van Sjögren komt met name bij vrouwen boven een leeftijd van 40 jaar oud voor. Waarom is niet duidelijk, mogelijk spelen hormonale en genetische factoren hierbij een belangrijke rol. Het lijkt erop dat een groep hormonen, de androgenen, een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van Sjögren. Deze hormonen worden ook wel de geslachtshormonen genoemd. Het lijkt erop dat met name oestrogeen een belangrijk rol speelt, een vrouwelijk geslachtshormoon. Dat Sjögren met name na het 40e levensjaar optreedt, wijst erop dat ook de overgang een rol speelt bij het ontstaan, omdat bij de overgang de hormonale balans in het lichaam verandert.
Bepaalde genetische factoren lijken een rol te spelen bij de kans op het ontstaan van Sjögren. Mensen met een specifieke variant van een eiwit dat voorkomt op de immuuncellen, krijgen vaker Sjögren dan mensen die deze variant niet dragen. Tenslotte lijkt ook een infectie met een micro-organisme de kans op het ontstaan van Sjögren te vergroten. Het is al langer bekend dat sommige virale eiwitten de kans op auto-immuunreacties van het lichaam kunnen vergroten. Gezien het syndroom van Sjögren een auto-immuunziekte is, ligt het voor de hand dat ook bij Sjögren virale eiwitten een (kleine) rol kunnen spelen.